"Kunnen jullie zachtjes binnenkomen? Haar broertje en zusjes liggen te slapen."
Boy en ik zijn aan onze nachtdienst begonnen. We rijden de ene melding
na de andere weg; maar eigenlijk is het niet bezwaarlijk want het zijn
voornamelijk overledenen die alleen overgebracht dienen te worden. We zijn
een paar uurtjes bezig en besluiten op de terugweg naar de zaak even langs de
Witte de Withstraat te rijden omdat daar op elk moment van de dag
gezelligheid is. Op de Witte de Withstraat halen we even een broodje.
Terwijl we rustig naar het mortuarium terugrijden, komt er een melding via de
computer binnen. Of we naar een adres willen rijden waar een heel jong meisje
overleden is. De vraag is om haar op locatie van overlijden te verzorgen en daarna thuis op te baren.
We kijken elkaar een beetje bezwaarlijk aan en koersen rustig af op het adres waar ze
overleden is. Na contact te hebben gehad met onze collega van de planning
komen we erachter dat het overleden meisje nog niet eens de 16 jaar heeft
gehaald. In mijn hoofd schieten onbedoeld allemaal scenario’s door mijn hoofd
wat de reden kan zijn dat iemand op zo’n jonge leeftijd komt te overlijden.
Achteraf gezien allemaal irreële gedachten die met je aan de wandel gaan.
Eenmaal op het adres aangekomen, worden we opgewacht door de ouders en
wat familie. Vooral de ouders zijn zichtbaar aangeslagen en gebroken van
verdriet. Nadat we heel rustig hebben uitgelegd wat er allemaal staat te
gebeuren komt moeder naar ons toe lopen en vraagt of het mogelijk is om te
helpen met het verzorgen als we dat volgens haar tenminste niet erg vinden.
“Natuurlijk mag u helpen met het verzorgen, heel graag zelfs”.
Tijdens het verzorgen begint moeder heel rustig te vertellen dat haar dochter
geen makkelijk leven heeft gehad en dat ze ondanks haar verdriet toch wel heel
erg blij is dat alle ellende voor haar dochter voorbij is en dat ze nu “rust” heeft.
De woorden van moeder raken mij heel intens, maar ik luister aandachtig en
laat weinig merken van wat het allemaal met mij doet. Wat me persoonlijk het
meest raakte op dat moment is het besef dat zo’n jong meisje eigenlijk nooit
echt kind heeft kunnen zijn en bijna heel haar jonge leven ziek is geweest.
Terwijl moeder honderduit vertelt over het leven van haar dochter en de
dingen waar ze zoveel van kan genieten begin ik nog meer te beseffen hoe blij
wij als mensen moeten zijn met wat we hebben. Nadat wij het meisje verzorgd
hebben trekken Boy en ik ons even terug omdat we de ouders en naaste
familie even de ruimte willen geven om in alle rust even met elkaar te zijn. Na
een minuut of tien geven de ouders aan dat het zo goed is en dat we de
brancard uit de auto mogen halen. Op deze brancard zullen Boy en ik het kindje
in kwestie transporteren naar haar ouderlijk huis waar ze uiteindelijk
opgebaard zal gaan worden. Voorzichtig leggen we haar op de brancard en
vragen aan de ouders toestemming om de brancard te mogen sluiten. Voor nu
is dat geen probleem zeggen de ouders. Nadat we haar in de rouwbus
geplaatst hebben krijgen we van vader nog wat instructies over welke route we
het beste kunnen rijden en vertelt hij ons dat hij alvast vooruit naar huis rijdt
om alles daar in gereedheid te brengen en ons op te halen. Hij vertrekt.
Boy loopt uit eerbied voor de overledene voor onze bus uit tot het einde van de
straat.
Het zal een ritje van ongeveer 15 minuten worden voordat we bij het woonhuis
aankomen.
Deze 15 minuten gebruiken we om te ventileren naar elkaar toe dat het
eigenlijk best heftig is om een jong kind te verliezen. De gedachte dat het jezelf
zou kunnen overkomen is iets waar we op dat moment gewoon simpelweg niet
aan willen denken maar onbewust is het besef er zeker dat het een ieder kan
overkomen. Misschien is het dat wat mij zo fascineert aan de dood. De dood
discrimineert niet en komt mensen ophalen zonder aanziens der persoon.
Eenmaal in de straat aangekomen parkeren we de rouwbus zo dicht mogelijk
bij het ouderlijk huis.
De vader komt ons al tegemoet. Rustig lopen we met de brandcard de tuin in.
Bij het openen van de deur draait vader zich om en vraagt ons op een rustige
toon :” Zouden jullie zo zachtjes mogelijk binnen kunnen komen? De reden is
dat haar broertjes en zusjes liggen te slapen en die weten nog niet dat ze
overleden is. Ik sta bij het horen van deze woorden als aan de grond genageld!!
“Hoe bedoelt U dat precies”? “Nou precies zoals ik het zeg”, is het antwoord.
Zachtjes tillen Boy en ik de brancard naar binnen. Eenmaal in de woonkamer
vragen we of we de plek mogen zien waar zij opgebaard dient te worden.
Terwijl we naar haar kamer lopen, blijft de gedachte dat er gewoon boven
kinderen liggen te slapen, niet wetende dat hun zusje overleden is.
Het laat me niet los. Het enige wat ik kan denken is dat die kinderen morgen
naar beneden komen en dan ligt hun zusje die gisteren nog leefde opgebaard
op haar bed! Ik voel dat mijn maag gewoon omdraait van verdriet…. Dit is echt
te heftig.
Nadat de ouders ons de plek hebben laten zien waar ze opgebaard dient te
worden, komen we tot de conclusie dat voordat we met een opbaring kunnen
beginnen er heel wat spullen uit haar kamer verplaatst dienen te worden
omdat de ruimte gewoon simpelweg te vol staat. Samen met de ouders
beginnen we de kinderkamer op te ruimen en ik kan niet zeggen dat het me
koud laat. Deze situatie begint echt zijn tol te eisen van me. Alleen al om het
feit dat ouders gewoon simpelweg hun jonge kinderen zouden moeten
uitvaren. Wat een verdriet voel ik.
Nadat we haar in haar kamer hebben opgebaard vertelt moeder heel rustig dat
ze morgenochtend als de andere kinderen wakker worden hen eerst zullen
gaan vertellen dat hun zus overleden is. Ik denk alleen maar van …wat als er
een kind wakker wordt en eerder naar beneden sneakt. Moeder zegt dat ze dat
zal voorkomen. Nadat de ouders alles hebben gecheckt op tevredenheid
nemen wij afscheid van elkaar. Boy en ik wensen alle betrokkenen veel sterkte
voor de komende tijd en we rijden terug naar het mortuarium. Aangekomen
op de zaak gaan we naar de slaapvertrekken en ik lig na te denken over
hetgeen ik zo juist heb meegemaakt. Opbaren van kinderen maken we
gelukkig niet vaak mee, maar het zijn wel de meldingen die grote indruk maken
en denkend aan dat meisje val ik in slaap.
De rest van de nachtdienst komen er geen meldingen meer binnen.
Reactie plaatsen
Reacties
Kippenvel, diep respect voor jouw verhaal en jullie werk!
Onze dank is groot. Hoop dat een ieder er veel leesplezier van zal hebben.
Heftig, maar wat ik bijzonder vind dat het lezen mij meeneemt in je werk en ik weet hoe betrokken en aanspreekbaar je bent voor de nabestaanden, mooi werk ban een mooi mens, respect Jean! Kan niet anders zeggen !
Klasse man. Weet nog goed dat ik meerdere meldingen met je hebt moge rijden. Zo ook mijn aller eerste met jou. Zal een aantal ritjes nooit meer vergeten man.
Heb het nog dagelijks over het werk. Mooi om dit soort verhalen van je te lezen. Beetje terug in de tijd!
👌
Echt man wat een verhaal je trek me er in mee
Diep respect voor wat je doet
Respect en waardering ! Heel interessant al je verhalen 👏🙏